Naast het avontuur en de unieke ervaring, rijden we deze challenge voor het goede doel in Gambia. We rijden namelijk voor Tonnie van Turnhout-Baetsen, die ons sponsorgeld zal gebruiken om de medische kliniek in Fatoto (Oost Gambia) van medicijnen te voorzien. Afgelopen weken hebben we contact met Tonnie gehad, om te bespreken of het mogelijk is om de kliniek in Fatoto zelf te bezoeken. Het bezoeken van de kliniek wordt zeer gewaardeerd en we ontvingen zelfs een uitgebreide reisbeschrijving van Tonnie. Hieronder een korte samenvatting:
Na aankomst in Dakar vertrekken we vrijdagochtend naar Gambia, waar we in loop van de avond hopen aan te komen in Banjul. Zaterdag hebben we een rustdag gepland en zondag willen we op weg naar het goede doel in Fatoto. Vanuit Banjul is het ongeveer 8 uur rijden naar Fatoto. Er zijn twee routes: de noordelijke en de zuidelijke weg van de Gambia rivier.
De heen reis zullen we rijden via de noordelijke route. We moeten half zes ’s ochtends met de eerste ferry de Gambia rivier oversteken. Het kost soms heel veel tijd om met de ferry over te steken wat een groot nadeel van deze noordelijke route is. Na de oversteek Banjul-Barra, moeten we richting Farafenni en hierna richting Georgetown. Deze plaats ligt op een eiland midden in de Gambia rivier en kunnen we bereiken door een oversteek met een pont. Na Georgetown rijden we richting Bansang-Basse- en Fatoto. Vanaf Basse rijden we alleen nog maar over zandwegen en na ruim een uur zullen we in Fatoto aankomen.
In Fatoto staat Sanna (de projectleider waarmee Tonnie samenwerkt) of een familielid op ons te wachten bij het politiebureau. Die zondagmiddag kunnen we nog wat rondkijken in het dorp en ’s avonds zullen we eten en overnachten in het nabij gelegen dorp Fantumbu. Uit een eerdere mail van Tonnie weten we dat de bewoners samen eten uit één pot waaruit we mogen mee lepelen. Ook weten we dat er in het dorp geen elektriciteit en geen waterleiding is. Er zijn dus ook geen toiletten. Wel is er buiten een soort badruimte met een gat in de grond waar we naar het toilet kunnen. De vrouwen in de compound zorgen ‘s morgens en ‘s avonds voor een emmer water waarmee we ons kunnen wassen. Het dorp Fantumbu ligt in de buurt van Kantele Kunda en staat niet op de kaart.
De volgende dag gaan we rondkijken. We gaan eerst naar de kliniek, daarna bezoeken we enkele dorpen in de buurt en een lagere school. De inwoners van het dorpen hebben geen auto en daarom zal Sanna met ons meerijden in de Dakar auto.
Na nog een nacht slapen in Fantumbu rijden we de volgende dag via de zuidelijke route weer terug naar Banjul. De reis via de zuidelijke route van de Gambiarivier gaat via Fatoto-Basse-Bansang-Mansa Konko (ofwel Soma) en dan richting Banjul/Serekunda.
Tijdens de reis moeten we onderweg rekening houden met veel politieposten die te herkennen zijn met een bordje midden op de weg. Volgens Tonnie zijn deze posten niet altijd goed te zien, maar moeten we zeker altijd stoppen. Net als in Nederland mogen we niet telefoneren onder het rijden, moeten we een autogordel dragen en een brandblusser bij ons hebben anders kost het ons een boete bij elke stop. Tonnie heeft ze ooit geteld en het waren 36 politieposten alleen al op de heenweg. In Soma en in Basse is ook nog een militaire basis waar zeker gestopt moet worden en wel precies tussen de hekken. Op beide routes zijn meerdere militaire stops.
Verder adviseerde Tonnie ons om genoeg flessen water meenemen voor drinken onderweg en voor in Fantumbu. Er schijnen namelijk alleen flessen water te koop te zijn in Fatoto en in Basse.
